Sri Lanka en Kuwait
18 augustus Unawatuna, 32 graden
De laatste dag van onze 8-daagse rondreis met chauffeur Garmini was aangebroken. Zoals gebruikelijk was om 08.30 uur ons vertrek vanaf het hotel. Via de zuidelijke weg richting Galle. Het eerste stuk reed snel ivm een nieuw aangelegde weg. De eerste stop was de stad Matara waar we voor het VOC fort werden gedropt. Het kleine VOC fort is als een ster gebouwd evenals bijv. Bourtange. Via de kustweg waar we de vissers op stokken in de zee nog even hebben gefotografeerd door naar Galle. In Galle ligt eveneens een VOC fort maar deze is veel groter met Hollandse huizen en de oude Nederlands Hervormde Kerk. Toch geeft dit een beetje een trots gevoel net als tijdens onze wereldreis in Melakka in Maleisië. Op een van de grafstenen stond de naam van een vrouw met geboren te Batavia en gestorven te Galle. Die is waarschijnlijk nooit in het koude Nederland geweest! De tsunami heeft het fort niet aangetast. De Nederlanders hadden dat zo goed gebouwd dat de muren de stad hebben gespaard. Dus we zitten waarschijnlijk nog wel even goed achter die dijk.... Na Galle heeft Garmini ons naar ons hotelletje in Unawatuna gebracht waar we 3 nachten zullen blijven en hebben we afscheid genomen. We hadden een paar presentjes voor hem: een fles Ascott gin,waar hij zichtbaar blij mee was, een klein geldbedrag en als klap op de vuurpijl heeft Ferry hem beloofd dat hij zijn zonnebril achterlaat in Villa Extra dan kan Garmini hem cadeau geven aan zijn zoon. In Doha was er ook al een man die helemaal weg was van Ferry's bril. Waarschijnlijk omdat zijn zonnebril spiegelglazen heeft en dat zie je niet zoveel hier. Het blijven toch een stelletje eksters, alles wat glinstert en glittert vinden ze prachtig.
19 en 20 augustus Unawatuna, 32 graden
Deze dagen stonden in het teken van relaxen en dat hebben we dan ook zeker gedaan. Op het strand was het in de schaduw nog wel te doen, maar in de zon werd je levend verbrand. De lokale bevolking zoekt op zondagen met de hele familie het strand op. De dames gaan volledig gekleed het water in, terwijl de mannen dan nog wel een zwemshort aan hebben. Ferry is een ware attractie hier op het strand. Vandaag kwam een gozer naar hem toe met het verzoek of hij met hem op de foto mocht. Hahaha. Ferry vond het allemaal best, zolang hij maar niet met iedereen op de foto moest. Wilja opperde nog dat hij er geld voor moest gaan vragen, want toen wij de vissers op een stokkie fotografeerden moesten wij ook een donatie doen. Vanaf een uur of 3 wordt het hier pas lekker dan staat de zon wat lager, eerder op de dag is het veel te warm en niet te harden. 's Avonds hebben we onze backpacks weer uitgemest, want dinsdag gaan we weer op route, terug naar Negombo.
21 augustus naar 'terug' naar Negombo, 32 graden
's Ochtends zaten we half 9 aan het ontbijt. De eignaresse had gezegd dat het ontbijt pas om 9 uur werd geserverveerd. Maar het hulpje was iedere dag toch al vroeg uit de veren en had niet veel om handen. In totaal hebben we er ongeveer 4,5 uur over gedaan om Hotel Villa Extra in Negombo weer te bereiken. Dat heeft ons een tuktuk, een bus met airco, 2 bussen met arko en nog een tuktuk gekost, in totaal ongeveer 2000 SR over een afstand van ca. 200 kilometer. Dat is dan wel weer een koopje. 's Avonds hadden we een heerlijke Srilankaanse maaltijd in Villa Extra geboekt met garnalen,pompoen,kip,rotti,hoppers en gecarmeliseerde uien. Het was voedsel voor 4 personen, terwijl we maar met zijn tweetjes aten. Bijna genânt was het, want een paar dingen bleven onaangeroerd.
22 augustus Negombo, 32 graden
Tijd om nog een dagje te relaxen voordat we weer een eindje moeten vliegen. Leuke souveniertjes gekocht (een houten beeld van een visser en een houten masker), heerlijke strandwandeling gemaakt en nog even een ritje naar de Ayurveda gemaakt voor een heerlijke massage en bij Ammahula gegeten.
23 augustus van Colombo naar Kuwait City, 32-40 graden
Na een vroeg ontbijtje hebben we afscheid van Hans en Tihvi genomen en de taxi naar het vliegveld genomen. Na de nodige beslommeringen aan de incheckbalie (we konden niet online inchecken dit keer) konden we eindelijk door de immigratie. De mensen hier op dit vliegveld zijn zoooo rete-traag dat is in Nederland onvoorstelbaar. Dan zijn ze jou aan het helpen met inchecken en beginnen ze doodleuk een praatje met een collega en dan wordt er niet meer gewerkt. Sta je daar met je goede gedrag. We kregen het ook moeilijk aan zijn verstand dat Ferry een stoel aan het gangpad wilde in het midden van het vliegtuig. En waar worden we gestopt? Op rij 53! Zwaar protest van onze kant, maar dan niet met zijn tweeën tegelijk, want dan snappen ze het daar helemaal niet meer. Uiteindelijk zijn we op rij 43 uitgekomen, bij de nooduitgang dus met loei veel beenruimte. Helemaal top. We knepen hem wel een beetje, want om 11:50 zouden we moeten vertrekken, maar toen stonden we nog steeds bij de gate te kijken wat er allemaal uitgeladen werd (o.a. een doodskist, hoe luguber). We zouden maar 1,5 uur hebben voor de transit op Riyadh (Saoedie Arabië) voor onze vlucht naar Kuwait City. En het uitladen ging ook al zooo traag. Gelukkig riep de piloot om dat we er korter dan verwacht over zouden doen en het cabinepersoneel adviseerde ons om na landing direct bij de deur te gaan staan. Zo gezegd, zo gedaan. Maarrrr, waar moesten we nou zijn voor de transit op het vliegveld van Riyadh? Een ware speurtocht, maar nadat we een Saoedie hadden getackled wees hij naar een leeg hokje waar de transit passagiers moesten wachten. Gelukkig kwamen er nog een paar meer mensen en na kwartier mochten we door, waarbij Wilja naar een apart dameskamertje moest voor een bodycheck. Die had ze op Colombo ook al gehad dus deze kon er ook nog wel bij. De vlucht zou maar 55 minuten duren, dus we verwachtten niet veel van de lunch die we zouden krijgen. Krijgen we toch weer een complete warme maaltijd voorgeschoteld, die we binnen 15 minuten naar binnen moesten werken want toen kwamen ze al weer langs om het spul op te halen. Gekkenhuis! Maar we hoefden die avond niet meer te eten in ieder geval. Het visa systeem op Kuwait is erg apart. Het bleek dus dat je eerst voor 6 KD 2 zegels moet halen, dan je immigratie formulier moet invullen, vervolgens naar de eerste balie om je zegels met je paspoort en formulier af te geven waar ze je zegels op een printje plakken (waar we zelf geen moer van kunnen lezen), bij balie 2 krijg je stempels en bij balie 3 moet je je vingerafdrukken laten scannen en wordt er een foto gemaakt. Natuurlijk deden wij alles in de verkeerde volgorde dus bij balie moesten we die stomme zegels uit de automaat halen. De ATM werkte weer niet mee vandaag met onze ING-passen, dus moest Wilja in de rij voor de Exchange. Daar ging het ook op een tempo van lik-mijn-vestje, waardoor de balie-beambte van de visa zwaar geïrriteerd tegen Ferry begon te doen en Ferry liep al ongeduldig naar Wilja te seinen. Ja hallo! Niet naar Wilja wijzen, maar naar die Abdullah van het wisselkantoortje. Gelukkig kregen we bij balie 2 een beetje hulp van een hostess die zei waar we moesten zijn en dat we niet nogmaals in de rij hoefden te staan bij de immigratie balies. Na onze backpacks gevonden te hebben kwamen we rond half 7 aan in het Ibis Sharq hotel. Helemaal doodop zijn we die avond op tijd gaan slapen. Het is hier nl. 2,5 uur vroeger dan Sri Lanka, zo kunnen we rustig weer aan de nieuwe tijdzone wennen.
Vrijdag 24 augustus, Kuwait City 44 graden
Het was duidelijk te merken dat we in een westers, modern hotel zitten. Strakke badkamer met blinkend schoon sanitair, de kamer is efficiënt ingedeeld zodat in de hoeken een zitje of planken gemonteerd zijn. Nadat we ons om 7 uur 's ochtends ingecheckt hadden, hebben we ons te goed gedaan aan het ontbijtbuffet. Het zou die dag 44 graden worden, dus hadden we besloten om 's ochtends vroeg en 's middags laat een wandeltje te gaan doen. Natuurlijk moesten de beroemde Kuwait Towers ook op de foto. Dan was toch weer de tijd aangebroken om voor de laatste keer de backpack-check te doen voor onze laatste vakantie-etappe naar Schiphol. Leuk is het niet, maar er broeden nog genoeg nieuwe vakantieplannen.
Sri Lanka part 2
13 augustus Kandy, 27 graden
's Morgens 08.30 uur op pad naar het station om kaartjes naar Nuwara Eliya te bemachtigen voor 15 augustus. Dit was gelukt ware het dat de kaartjes voor de panoramawagon (lees toeristen) tot 26 augustus volgeboekt was. Maar vanaf een ander station konden we nog wel seats krijgen voor de 2e klas. We zijn benieuwd in wat voor barrel we dan belanden... Vervolgens ging de trip naar Pinnawella. Pinawella staat in Sri Lanka synoniem voor olifanten. De eerste stop die we maakten was bij de Millenium Elephant Foundation waar Wilja de olifant een heerlijke scrubbeurt in de rivier heeft gegeven. Ferry had een minibanaan die niet rijp genoeg was voor hemzelf en Wilja opperde om deze aan een olifant te geven. We zagen 1 olifant in zijn uppie rustig eten en dachten dat we hem wel die banaan konden voeren. Echter toen we binnen een straal van 5 meter kwamen, begon die fant enorm te toeteren. Toch maar niet. Achteraf waren we al gewaarschuwd dat we niet bij een olifant mochten zonder dat de mahtout er bij was. Oeps, just slipped our mind. Op het kleine complex werken veel vrijwilligers van over de hele wereld om het complex te onderhouden en verbeteren. Er wordt bijvoorbeeld een groentetuin aangelegd en de bedoeling is om het complex flink uit te breiden.Na deze leuke stop zijn we 10 minuten verder gereden om de terugkeer van de olifanten van de rivier te zien door de straten van Pinawella zelf. Dit was een leuk schouwspel met vele foto's tot gevolg. Hier is ook het bekende olifanten weeshuis dat door de regering wordt gesponsord, waar ook de entreeprijs naar regeringsmaatstaven zijn. We waren hier al voor gewaarschuwd en hebben 't weeshuis gelaten voor wat het was. De lunch hebben we genuttigd in een restaurant met uitzicht op de rivier en badende olifanten in onze ooghoeken. Na de hele ochtend olifanten gezien te hebben besloten we om een Spice & herbal garden te bekijken (die hadden we nog tegoed van gisteren). De rondleiding was heel interressant met als gevolg een paar potjes aan te schaffen voor allerlei kwaaltjes, hahaha. Het bijft toch een commercieel trucje, al die workshops. Als laatste wilden we een wandeling maken in de Royal Botanical Gardens in Kandy. Kandy ligt op 500 meter hoogte in de bergen dus de temperatuur is iets milder dan in de rest van Sri Lanka. Het gebied van de Botanical gardens is behoorlijk groot met heeeel veel verschillende planten en bomen. We konden daar dan ook makkelijk 2 uur rondstappen, lkker relaxed en op ons gemak. Dat mag ook wel na een dag geploeterd te hebben de dag er voor.. Na deze heerlijk en mooie wandeling terug naar het hotel. Op naar een Westerse (Hollandse) maaltijd met gepureerde aardappels, spinazie,wortels,sperziebonen en kip. We zijn er nu ook eindelijk achter hoe het hotel hier heet, Sweet Cinnamon. Wilja zag het aan de WIFI connectie en we hebben het hotel ook direct maar ff gegoogled. Alleen de luxe kamers staan nog op de site. De basic kamers waar wij in slapen, worden niet vermeld.
14 augustus Kandy, 27 graden
Op onze gebruikelijke tijd, 08.30 uur, vertrokken naar de Temple of the Tooth. De meest heilige plaats in Sri Lanka voor de boedhisten. Maar eerst even gestopt bij de oorlogsbegraafplaats van de 2e Wereldoorlog. Keurig netjes wordt deze onderhouden en de graven liggen er dan ook piekfijn bij. Een klein informatiebord legt uit hoe de situatie militair in Sri Lanka tijdens de 2e Wereldoorlog was en dat Sri Lanka niet als heel erg belangrijk werd gezien door de Japanners. Na een houtshop en een juwelenshop (even wat bijverdienen voor onze chauffeur) zijn we op tijd voor de opening van de heilige deur om 10.30 uur. Werkelijk een drukte van jewelste met mensen die van alles komen offeren aan Boedha. Van bloemen tot aan alles wat je maar kan eten. Boedha heeft daarom zo'n lekker rond buikje!! Het is fascinerend om te zien dat al die mensen voor die dikke boedha staan te bidden. Wij vinden het maar een vreemde religie, in onze ogen heeft het Christendom en de Islam toch iets meer. In de tempel staan veel mooie objecten en we hebben er dan ook zo'n 2 uur rondgelopen. Bovenop de heuvel geluncht met prachtig uitzicht op Kandy Lake. Daarna op naar het oerwoud (Udawattakelle Sanctuary) en onderweg nog even een pitstop gemaakt om cricket te kijken bij een schoolklasje. Cricket is de nationale sport van Sri Lanka en we hebben geprobeerd om er wat van te begrijpen. De klas bestond echter uit een stel jongetjes van een jaar of 8, waarvan de helft in het speelveld naar de grassprietjes of de lucht zat te kijken. In het oerwoud stonden enorm grote bomen en er woonden een hoop apen. Bij een kruising van het wandelpad werden we zowat omsingeld door een groepje van die beesten. De apenachtervolging op Penang stond nog vers in ons geheugen en we zijn dan ook direct een willekeurig pad in geslagen. Gelukkig voor ons, want we liepen langs de Pus Wela, een 200-300 jaar oude liaan. 's Avonds heerlijk genoten van een Srilankaans diner.
15 augustus Kandy naar Nuwara Eliya, 24 graden
's Ochtends hebben we nog door Kandy gewandeld, voordat we de trein naar Nuwara Eliya zouden pakken. Het station dat wij moesten hebben, lag even buiten Kandy en was verdacht verlaten. Zitten we wel goed??? Gelukkig bij vertoon van ons ticket zei de lokettist dat de trein rond kwart 12 zou aankomen. Welk perron dat zou zijn, was nog niet bekend. Maar dat zou omgeroepen worden. Intussen kwamen wat meer toeristen het perronnetje oplopen, dus we vermoedden dat zij dezelfde trein zouden nemen. Er werd wat omgeroepen en we zagen wat mensen in beweging komen. Wij hadden op onze beurt geen flauw idee wat er omgeroepen werd en Wilja liep met ons ticket naar zo'n cheffie van het station. Eh, hij moest het navragen en liep weg. Oh jee, niet weer hoor. En Wilja liep gauw achter hem aan. Mannetje 1 wist het niet, mannetje 2 wist het ook niet, maar gelukkig was er nog mannetje 3 en die wees in de richting waar we al andere mensen hadden zien lopen. 'Oké, waar loopt dit pad naar toe?', vroegen we ons af toen we zagen dat we een brug over moesten in de bush belandden. Taadaaa! Achter de bosjes hadden ze perron 3 verstopt. 10 minuten voor vertrektijd kwam de trein al aan. De wagon met onze zitplaatsen was minder gammel dan we verwacht hadden. Geen houten bankjes, maar stoelen. In totaal duurde de reis 3,5 uur en het landschap met dorpjes, watervallen, tunnels en theeplantages trok aan ons voorbij. Geweldige vergezichten en veel zwaaiende kinderen langs de weg. In Nanu Oya moesten we eruit waar Garmini met de auto op ons stond te wachten. Heel goed, jochie. We hebben een poging gedaan om een theefabriek te bezoeken, maar het was er druk en we moesten even wachten. Echter was ons geduld niet rijkelijk bedeeld die dag en we zijn hem dan ook gesmeerd. We wilden liever in de plantages zelf even banjeren en Ferry wilde heel graag met de theeplukkers op de foto. We hadden geluk, want in een plantage langs de weg waren 2 dames in de velden aan het plukken en Garmini zei dat we zonder problemen de plantage op konden lopen. De dames vonden het bijster interessant dat Ferry bij ze op bezoek kwam en ze lieten ons zien waar op te letten bij het theeplukken. Vol enthousiasme gingen ze voor ons poseren en met een donatie van onze kant waren ze helemaal blij. 's Avonds lekker in het guesthouse rijst met kipcurry en 3 soorten groentes gegeten. De temperatuur is erg verschillend met Kandy. Het is hier 's avond lekker fris en je ligt niet te plakken in je bed van de hitte. Een airco in de kamer hebben we dan ook niet nodig.
16 augustus Nuwara Eliya naar Tissamaharama, 20-32 graden
's Ochtends zijn we naar de Hakgala gardens gegaan, waarbij we nog een fotostop gemaakt hebben bij De Seetha Amman tempel, een Hindu tempel. Ook bij deze botanische tuin was het zo dat de lokale bevolking 50 Sr moest betalen en de toerist 1100 SR (!). Maar eerlijk is eerlijk, tuin lag er prachtig bij. Ook hebben we zwarte apen met grijze baardjes gespot. Alle andere apen die weer eerder gezien hadden waren bruin en ontzettend brutaal. Deze waren wat schuwer, lieten zich niet op de weg zien en bleven veilig in de boom. Het viel ons op dat sommige locals in het park zelfs een muts en oorwarmers op hadden. Oké, het is in de bergen wel wat frisser en wij hadden ook onze truien aan, maar een muts? Dus het valt met ons wel weer mee, de koukleumen uit Alphen!! Op naar de Rawana Falls bij Ella. De weg er naar toe was erg bochtig met veel verkeer. Hier kon Wilja slecht tegen en het werd steeds stiller op de achterbank. Gelukkig stopten we na een uurtje en konden we de auto uit. We hebben weer naar een potje cricket zitten kijken. Dit keer waren het gasten van een jaar of 16 en die konden het goed. Voordat dat we weer verder reden heeft Wilja nog even een reistablet genomen, want je weet het maar nooit. Bij de Rawana waterval aangekomen hebben we ook weer een Kodakmomentje gehouden om richting Tissamaharama te gaan. Deze plaats ligt vlak bij het Yala National Park. Onderweg kreeg Garmini een telefoontje van het hotelletje waar we zouden slapen. De manager had een foutje gemaakt en we zouden maar één nachtje kunnen blijven slapen ipv 2. We hadden liever een plek waar we 2 nachten konden blijven, zodat we niet hoefden te verkassen. Echter, 2 andere hotels die we geprobeerd hadden, waren helemaal vol. Toch maar plan A gevolgd, maar Ferry wilde toch even met de manager spreken. Ferry kon praten wat hij wilde, maar zoals de cultuur hier is deed de manager geen enkele poging om ons tegemoet te komen. Snel schakelen en meedenken met de klant is ze hier niet aangeleerd. Wanneer je als dubbeltje wordt geboren, word je hier nooit een kwartje. We merken dat ook bij onze driver. We moeten geen gecombineerde vragen stellen, want dan krijg je of een antwoord die de vraag niet beantwoordt of dan krijg je ´yes´ te horen en dan weet niet nog niet veel. Vandaag heeft hij trouwens een bekeuring van 1100 SR gekregen omdat hij over een doorgetrokken streep had gereden. In eerste instantie dachten we dat hij een prent kreeg voor te hard rijden, want hij was gepakt met een lasergun. Hij reed 80 waar je maar 70 mocht. Maar die bekeuring komt voor de rechter en dat kan hem nog wel eens 20.000 SR kosten. Hij was er mooi ziek van. Een dagloon naar de haaien. ´s Avonds hebben we een korte wandeling gemaakt langs het Tissa Wewa meer. Daar zie behalve je een hoop waterbuffels en vogels ook een hoop locals in het water. Blijkbaar nemen ze daar hun wekelijkse bad, want ze soppen zich helemaal van top tot teen in en ze doen ook meteen even de was. Voor geen goud dat wij daar in gaan liggen, anders zitten we voor de rest van de vakantie op de wc.
17 augustus Tissamaharama, 30 graden
Na het ontbijt heeft Ferry meteen Garmini getackled om te vragen of hij nou een kamer voor ons had geregeld. Dat had hij inderdaad. Goed zo, hij leert het wel. Bij het nieuwe hotel konden we al om half 12 inchecken en om 2 uur werden we opgehaald door de safari-jeep. We gingen die middag naar het Yala National Park. Het was ook mogelijk om een ochtendsafari te doen, maar dan hadden we om 5 uur uit ons bed gemoeten. Daar had Ferry helemaal geen zin in, dus werd het de middagsafari van 2 tot 6 uur. 'Wat een gare bak', dacht Ferry toen hij de jeep zag. Dat klopte ook wel, want de driver zat al 35 jaar in het vak en zijn landrover was even oud. Na een half uurtje rijden, kwamen we het park binnen. In het begin zagen we wat waterbuffels en vogels. We zeiden tegen elkaar dat we minstens toch een paar olifanten wilden zien. Nou, nog geen kwartier later stonden er 4 in de bosjes langs de weg te eten. Geweldig gezicht was dat. In het park reden er een hoop jeeps rond en iedereen kon een eigen route rijden. Onderling werd er wel een hoop gekletst en op deze manier werden we door een andere driver geattendeerd op die olifanten. Verder hebben we gezien: krokodillen, apen, pauwen, pelikanen, zee-arends, herten, wilde zwijnen, nertsen en als toegift een heus luipaard. Tijdens deze safari hebben we het maar 1x benauwd gehad en dat was toen een mannetjes olifant wel heel dicht naar onze jeep kwam lopen. Gelukkig kwam hij niet verder dan een meter afstand en hebben we erg mooie foto's van hem kunnen maken. Gebroken kwamen we rond 7 uur bij ons hotel weer aan, want 5 uur in zo'n bakkie zitten vraagt toch wel wat inspanning. We werden behoorlijk heen en weer geschut en af en toe bijna gelanceerd. Maar het was het allemaal dubbel en dwars waard. Entree kostte 5800 SR en 5000 SR voor de jeephuur. Maar de driver had het formidabel gedaan en we hebben hem 6000 SR gegeven voor alle moeite, want zonder zijn arendsoog zouden wij geen olifant gezien hebben.
Welcome to Sri Lanka
Reisdag 8 augustus, van 41 naar 33 graden
Strak om half 7 zaten we aan het ontbijt, zodat we met gemak om half 8 onze taxi naar het vliegveld te pakken hadden. We merken toch dat we in een arabisch land zitten. Dit keer vliegen we met Qatar Airways, en alleen voor die maatschappij daar hebben ze een berg incheckbalies, daar word je gewoon eng van. Maar er bij vermelden bij welke balie wij onze baggage konden afgooien en een boardingpass konden krijgen, dat was nog een hele uitdaging. Hadden we eindelijk een balie gevonden en dan probeerde de medewerker ons ergens anders heen te sturen, omdat we al ingecheckt waren. Ja hallo, wat dacht je er van?! We gaan niet nog een rondje door die mega hal banjeren. Na een beetje aandringen printte hij toch onze boardingpassen en vroeg ons wat er in de tassen zat. Die had werkelijk nog nooit van zijn leven een flightbag gezien? Maar goed, ze werden netjes gelabeld en mochten mee. Daarna hadden we nog een uurtje de tijd om onze overtollige Rials te wisselen en ons te verbazen wat mensen allemaal niet kochten op een vliegveld. De vlucht zelf was prima en door wat extra turbulentie kwamen we ietsje vertraagd aan op Colombo. Nadat de piloot 'Cabin crew take your seats for landing' had geroepen, bleven we zeker nog een half uur in de lucht hangen. Kon hij de landingsbaan niet vinden ofzo? Sinds 1 januari 2012 moet je een goedgekeurd ETA formulier hebben om Sri Lanka in te mogen, kost je ongeveer 20 Euro p.p. Met ons goede gedrag stonden we bij de immigratie met onze paspoorten én goedgekeurde formulieren. Nou de kerel keek niet eens naar de formulieren en binnen 2 minuten hadden we een sticker en een stempel in ons paspoort staan. En Wilja zich maar zorgen maken hoe we konden aantonen dat we genoeg 'middelen' hadden om ons verblijf in het land te bekostigen, want dat stond op het formulier. Niets van dat. Ook best. Via de duty free shops (met koelkasten en wasmachines! moet niet gekker worden), konden we onze bagage gaan zoeken. Waarschijnlijk gaat dit ook op de lokale snelheid, want we moesten naar verhouding behoorlijk lang wachten totdat de bagage van het vliegtuig op de band lag. Oké, oké, ander land, andere cultuur. Adem in, adem uit en doe een aanslag op je geduld. Na wat Rupies gescoord te hebben, was het tijd voor een taxi. Het hotel had ons een indicatie gegeven hoeveel een taxi zou kosten, tussen de 1700 en 2000 Rupies (voor Martina is dat: tussen 10 en 13 Euro). Via een speciale taxibalie kon je opgeven waar je heen wilde en zij gaven dan een prijs: 1580 Rupies. Hmm, niet slecht. We kregen netjes een printje van het tarief, zodat er geen verwarring kan ontstaan over de prijs. En nu? Komt daar een heuse Taxi-dispatcher aanzetten, die ons op sleeptouw neemt naar de taxi's. Adem in, adem uit. Dit keer is de taxi een minibus, die we voor ons alleen hadden. De chauffeur kende het hotel niet, maar gelukkig hadden we het telefoonnummer bij ons, dus hij belde met het hotel voor wat aanwijzingen. Ok, prima dachten we. Heeft die Punjab nog geen 200 meter gereden en hij begon al in zeer gebrekkig, onverstaanbaar, Indiaas Engels over dat hij 200 Rupies meer wilde hebben als tip en dat hij ons door het hele land kon rijden etc. Oké, oppassen jongen, want ons humeur stond op code 'rood' en dan kan je maar beter niet direct om fooien bedelen. In Negombo wilde hij ons ook nog wijs maken dat hij bij het goede hotel stond, 'Look, look, Hotel Villa Extra.' Ja, die is lekker! Er stond duidelijk 'Silva Hotel'. Hoe moeilijk moet dit zijn? Bij navraag bij een tuktuk-mannetje, bleek dat hij er al voorbij was gereden. Tijdens de rit had Ferry gelukkig al 1600 rupies gepakt en drukte dat bij aankomst bij het hotel in Punjab zijn handen. Geen discussie, bedankt voor de rit. Hahaha, je had zijn gezicht moeten zien. In het hotel werden we vriendelijk welkom geheten en konden we even lekker bijkomen van de reis onder het genot van een heus bakkie Ceylon thee en een heerlijke Lion Bier (625 ml?). De eigenaresse van het hotel (Tihvi) kwam er ook nog gezellig bij zitten met haar twee 'kindjes', in de hoedanigheid van 2 albino konijntjes van 2 maanden oud. Wilja was verkocht. Tihvi was benieuwd naar onze verhalen en plannen en ze vertelde ook hoe zij vanuit Duitsland hier beland was. Ze ziet er trouwens ontzettend uit als een local, daar niet van, maar zo merk je wel dat de westerse standaard om de hoek komt kijken in dit hotelletje van 5 kamers.
Negombo, 9 augustus 31 graden
Die nacht heerlijk geslapen en omdat we de enige gasten die nacht in het hotel waren, was het ontbijt om half 9. Is prima, want het tijdsverschil met Doha is 2,5 uur en zo konden we rustig aan het plaatselijke ritme wennen. Toch vreemd dat het tijdsverschil niet op het hele uur gaat maar met een half uur. 's Ochtends hebben we onze plannen met Tihvi besproken en zij kon voor 8 dagen een auto met chauffeur voor ons regelen die ons zou rijden naar de plekken die wij graag wilden zien. Ook gaf ze behoorlijk wat tips hoe en wat er allemaal te zien en te doen was. Dus, over 2 dagen hebben we een auto met privé-chauffeur voor 8 dagen lang. Na een paar dagen strand, zullen we dan terug naar Negombo gaan om in ditzelfde hotel de laatste nachtjes door te brengen. Na dit geregeld te hebben, zijn we naar buiten gegaan en hebben we een heerlijke strandwandeling gemaakt. Langs de straten is Ferry een ware attractie, er zijn heel weinig toeristen in Negombo (toch een van de bekendste badplaatsen van Sri Lanka) en met die witte huid valt hij lekker op. Je kijkt trouwens je ogen uit op de straten, het is echt Little-India. In de middag lekker gelunched bij Ammehula (grappige naam!), de haai was goed te doen.
Negombo, 10 augustus 31 graden
's Ochtends hebben we ons in een tuktuk naar de vismarkt van Negombo laten brengen. Wat een spektakel! De vismarkt zelf was niet heel groot, maar we moesten goed uitkijken waar we liepen omdat het overal glibberig en modderig was van het visvocht en water. De hele tijd dachten we:'Oh, hier wil ik zooooo NIET onderuit gaan.' Af en toe was de lucht niet te harden en liepen we door onze mond te ademen, anders zouden we echt van onze graat gaan. Vergelijk het met een volle GFT bak op een lekker warme zomerse dag. Blèh. Het leuke van deze markt is dat die direct aan het strand gelegen is, waardoor de visvangst vanaf het strand direct op de markt verhandeld wordt. Heel veel netten zijn op het strand uitgespreid waar men vis te drogen heeft gelegd. Daar maken de vogels handig gebruik van. We werden zelfs nog uitgenodigd om te helpen bij het legen van de visnetten. Toch maar niet, deze keer. Negombo heeft nog een heus Hollands fort dat nu gebruikt wordt als gevangenis. Voor de poort stonden een hoop mensen met voedsel, waarschijnlijk om aan een familielid te geven die daar gevangen zat. Die ochtend kregen we onze eerste tropische regenbui op ons hoofd, die duurde nog geen 5 minuten. Eigenlijk wel lekker verfrissend. ´s Middags hadden we een massage geboekt bij een Ayuveda. Lekker een half uurtje de schouders, nek en rug laten ontspannen, voor 900 SR p.p ( 6 Euro) . Dat is toch geen geld en je hebt gratis een pick up en drop off bij je hotel. Dat de rug in Sri Lanka een stuk lager zit dan in Nederland weten we nu ook!! Ongeveer ten hoogte van je enkels... Verder hebben we met Tihvi de rondreis nog een keertje doorgenomen. Ze had alles netjes uitgeprint (die middag hadden we weer een stroomstoring) en gaf ons nog wat nuttige tips voor onderweg.
Anuradhapura, 11 augustus
Na het ontbijt was onze privé-chauffeur, Garmini, netjes op de afgesproken tijd bij het hotel. Na afscheid genomen te hebben van Tihvi en haar dochter Nelo gingen we op pad. Het was toch wel 4 uur rijden naar Anarahdapura, dus we gingen op tijd weg. Onderweg zagen we diverse landschappen aan ons voorbij trekken; kokosnotenplantages, hutten van palmbladeren, hele oude Tata's, sawa's, etc. Garmini vertelde ronduit over Sri Lanka en was nieuwsgierig naar ons. Voor ons was het wel even wennen om een chauffeur te hebben, want Garmini vertelde wat we allemaal gingen doen etc. Ehhh, wij zijn degene die betalen én dus bepalen. Na de lunch vertelde Ferry wat onze plannen waren en zonder protest ging hij akkoord. We moeten wel toegeven dat hij wel goede ideeën heeft, maar uiteindelijk zijn wij toch degenen die besluiten wat we gaan doen. Eerlijk gezegd heeft Anuradhapura niet zo'n diepe indruk op ons gemaakt. Het mag wel de voormalige hoofdstad van Sri Lanka zijn en op de Unesco werelderfgoed staan, maar qua conserveren van de overblijfsels daar moeten ze nog een boel werk aan verzetten. Ze hebben niet eens een goede plattegrond van de oude stad. Of zijn wij nou zo verwend geworden door wat we allemaal gezien hebben, bijv. Petra of de Verboden Stad in Beijing? In Anuradhapura hebben ze wel een van de grootste stupa's ter wereld, 1700 jaar oud en is toch wel heel mooi! De overheid heeft trouwens bepaald dat een toerist 25$ p.p moet betalen, terwijl de resten verspreid zijn over de stad en er is dus geen enkele controle of je wel betaald hebt. Dit schrijven we maar op de kostenpost 'liefdadigheid'. Zelfs bij de Sri Maha Bohdi, een heilige boom waar vele boedhisten offers brengen en bidden, moesten wij als toerist 200 SR p.p betalen. Wilja mocht op het nippertje het gebied betreden van de suppost met haar afritsbroek (de pijpen zaten in de andere tas) . Deze vrouwelijke support had een paar rukken aan haar broek gegeven, zodat Wilja's knieën netjes bedekt waren. De broekband hing ergens bij haar billen, maar dat mocht de pret niet drukken. Bij vertrek wilden ze ook nog geld hebben voor het bewaren van onze schoenen! Voor Ferry was dat de druppel en heeft beide paar schoenen meegenomen en is met een noodgang van het gebied afgelopen. Oké, we waren klaar met deze stad en wilden dan ook in Sigiriya overnachten om 's ochtends de beroemde Lions Rock te beklimmen. De weg naar Sigiriya was op veel plekken in onderhoud, grote gaten in de weg die in Nederland ondenkbaar zijn. Bij het hotel aangekomen hebben we eerst de kamer geïnspecteerd (Yes sir, we only have one room left. Echt niet!) en hebben hem goedgekeurd.
12 augustus Sirigiya en Dambulla, 32 graden
Dit zou weer een dag worden om niet te vergeten. Laten we beginnen met de chauffeur: hij is door ons van zijn gebruikelijke schema afgeweken en is daar helemaal van in de war. 's Morgens lekker gegeten en om 09.00 uur de Lion Rock beklommen. Garmini wilde nog wel even kwijt dat hij het maar een vreemd schema vond en dat hij dit niet zo zou doen. Ferry zei je kan beter om 09.00 uur de Rock beklimmen dan om 11.00 uur. Het was een prachtige klim met als beloning de fresco's halverwege de rots en de resten van een oud paleis op de rots. Het heeft wel iets van de Macchu Picchu in Peru. De terugklim was wat uitdagender. Het was behoorlijk warm geworden en dan zijn er ook nog van die vreselijke toeristen die doodleuk uitgebreid foto's gaan staan maken als een hele sliert mensen achter ze staan op een ontzettend smalle trap met een enorme afgrond eronder. Ferry heeft al hoogtevrees en als hij verplicht moet staan wachten, dan wordt het daar niet beter op. Gevolg: mopper de mopper. Wilja had daar een hele goede remedie voor: 'Please, keep moving!!! Thank you...' Waarachtig werkte het wel. Hahahaha! Daarna naar Dambulla, de Cave temples. Dit was ook wel een vervelend klimmetje in de warmte, maar ook dit was van een absolute schoonheid. Deze tempels waren in de grotten gehakt met grote liggende boedha's, kleinere boedha's en prachtige muur- en plafondschilderingen. Na deze 2 mooie bezienswaardigheden heerlijk een hapje gegeten in een restaurant met 5 bedienden terwijl wij de enige gasten waren! Bij het restaurant nog even snel een Cobra gespot. Volgens Garmini was deze gewend aan mensen, ja,ja. We besloten de weg naar Kandy te nemen en met het toch al niet heel snel werkende verkeer zou dit zeker 1,5 uur duren. Garmini besloot ons na 20 minuten in een houtbewerkingsbedrijf te droppen. Ach, dachten we nou ja we gaan wel even kijken. Na natuurlijk niets gekocht te hebben gingen we weer verder. De volgende stop was een Batik fabriek. Ook leuk, even fotograferen en na niets gekocht te hebben weer weg. Toen Garmini na 5 minuten rijden ons bij een specerijenfabriek wilde droppen was de maat vol voor Wilja, nu naar Kandy aub. De reis duurde inmiddels meer dan 2 uur door al die gein en we moesten nog een hotel zoeken en het liefst een beetje redelijk ivm het verblijf voor 3 nachten. 1e hotel: fully booked, 2e hotel fully booked, 3e hotel fully booked. Garmini vertelde ons dat dit vaker voorkomt in Kandy maar dat hij normaal altijd een kamer vastlegt, maar omdat we hem in de war hebben gemaakt (tsja, hoe moeilijk is het om even te schakelen) heeft hij niets geboekt. Daar wordt Ferry heel vervelend van. Dus Garmini maakte zijn welgemeende excusus, maar we hebben geen kamer. De eigenaresse van het 3e hotel had nog een vriendin die had nog een kamer, maar dat was niet makkelijk te vinden. Bij een heel mooi landhuis in het oerwoud aangekomen. Jawel een kamer voor een redelijke prijs inclusief welkomstcake en thee en Wifi, nou dat viel niet tegen. Komt Garmini naar Ferry toe: 'Problem sir, I cannot stay here, because they have no drivers accommodation. Would you please give me 500 SR, then I will stay in another hotel'. No way dacht Wilja. Alle onkosten zouden gedekt zijn voor de chauffeur: eten, drinken, overnachting en bezinegeld. Dus waarom zou hij dan nog een 500 SR nodig hebben? Het is geen wereldsbedrag, maar het gaat om het principe. Die avond hebben we een heuse Srilankaanse maaltijd verorberd in het guesthouse. De eigenaresse had de maaltijd zelf gemaakt en had diverse kleine gerechtjes neergezet. Heerlijk was het. We zagen er blijkbaar moe en hongerig uit, want er stond voor een weeshuis op tafel. Dat eerste klopte zeker, maar dat laatste viel mee. We hadden lang niet alles op. Na het eten nog even op de veranda gezeten met allerlei oerwoudgeluiden om ons heen. Dat kan wel kloppen, want we zitten met ons guesthouse vol in de bush bush. Vanavond maar een lekker nachtje slapen om de batterij op te laden.
Doha
Reisdag 5 augustus, 41 graden
06.00 uur opstaan om rustig te onbijten en een taxi te regelen naar Tababour Station. De bus stond al klaar. Ik weet niet wie de naam Express heeft bedacht want deze bus stopte werkelijk om de 200 meter. Dit kan wel eens lang gaan duren. Gelukkig hadden we genoeg tijd ingebouwd en waren we nog een redelijke tijd op het vliegveld. Deze keer vliegen we met Gulf Air, de nationale trots van Bahrain, van Amman naar Bahrain. Na een 2 uur durende stop, wat niet onaangenaam was, het vliegveld is echt supermooi, vlogen we van Bahrain naar Doha eveneens met Gulf Air. Na een beetje roondcirkelen om Doha kregen we toch permissie om te landen. Eenmaal uit het vliegveld kwam de werkelijk enorme hitte ons tegemoet. Jeetje wat is het hier warm. Tot onze verbazing moesten we een visum hebben, aii, dat was even een foutje. Maar goed, de bankpas doet veel. Het paspoort begint aardig vol te raken met stempels en visa dus het is nu iedere keer zoeken wie nu waar een stempel heeft gezet en dat is behoorlijk vervelend. Om 18.30 uur in hotel La Villa aangekomen. Tijd om even de Olympische Spelen te kijken.
Doha 6 augustus, 41 graden
We zitten in het hotel op de negende verdieping en hebben een mooi uitzicht op de kleine huisjes van de Indiase gastarbeiders, het voetbalstadion en de enorme hotels en banken van Qatar. 's Morgens vroeg op om lekker te wandelen naar de Corniche ( de boulevard van Doha) en het Islamitisch museum aan het water, maar wat een vreselijke hitte. De vochtigheidsgraad in Qatar is enorm en dan is het ook nog eens 40+. We waren werkelijk de enige mensen aan de boulevard. Na een klein uur besloten we om rustig naar het hotel te lopen en onderweg nog wat boodschappen te doen. Bij een Indiër een lekker ijsje gekocht en we besloten dat meteen maar in zijn winkel op te eten. Oeiii, wat een fout,we kregen meteen zo'n moslim op ons dak. No eating here. Die Ramadan is best geinig voor een paar dagen maar daarna weer snel tot de orde van de dag graag. In het hotel kan je trouwens gewoon de hele dag wat bestellen (ook Indiërs). Om een uur of 18.30 uur toen de zon niet meer te bekennen was, zijn wij uit onze airco van het hotel gekomen om toch een poging te wagen om 's avonds de stad te bekijken. Het was inmiddels gezellig druk in de stad want iedereen had hetzelfde idee. Wij zijn eerst naar een hele mooie Soukh gelopen, Souk Waqif, om daarna op de Corniche de skyline van Doha te fotograferen. Het was net een lichtshow. Na 2 uur gelopen te hebben, vonden we het wel weer welletjes want waren we doorweekt door de hitte.
Doha 7 augustus, 41 graden
De dag hebben we ongeveer hetzelfde doorgebracht. Wilja wilde wel naar een mall gaan, maar Ferry zei dat hij daar dan niet mag eten. Helaas, geen mall dus. Het museum voor Islamitische kunst was die dag ook al dicht vanwege ramadan, zucht. Voor de rest maar gerelaxed, een beetje Olympische Spelen gekeken en onze rugzakken weer voor vertrek klaar gezet. Die avond hebben we weer roomservice besteld omdat het een gekkenhuis in de stad is, omdat na zonsondergang iedereen tegelijk wil eten. Morgen gaan we naar Sri Lanka en dan hoeven we tenminste 2 weken niet meer te vliegen. Daar is het grootste gedeelte van de bevolking Hindoe, Ferry kan dus met een gerust hart publiekelijk gaan staan snaaien en drinken. Ons avontuur in Qatar is wat rustiger dan normaal, maar dat komt merendeels door de vochtige hitte en Ramadan. Wie weet wat Sri Lanka ons brengt...
Amman en Petra
31 juli 32 graden
Vandaag wilden we ons busticket voor Petra ophalen, pinnen en checken waar het hotel lag waar we zouden slapen als we uit Petra terugkwamen. Makkelijker gedacht dan gedaan. We lieten ons bij de Jett bus droppen door een taxi, na het nodige ge-emmer dat we meer dinars moesten betalen dan er afgesproken was natuurlijk. Btw, voor Martina, 1 dinar is ongeveer 1,25 Euro. De tickets waren betaald en toen waren Ferry en Wilja blut, op 3 dinar na. Ok, nu maar ff een ATM scoren. Dat was niet moeilijk, echter om er eentje te vinden die een ING-pas geld geeft, is een ware uitdaging. Bij de 2e ATM hebben na 2 pogingen (ING-pas daarna mastercard geprobeerd) maar de Visa kaart erin gejast en die gaf wel geld. Zo, nu waren we ff uit de brand geholpen. Tijdens de wandeling terug naar het hotel hebben we het nog een keertje bij een ATM geprobeerd. Nada. Nu begonnen we echt te twijfel aan onze kaarten. Terug in het hotel lazen we op Internet vele verhalen over ATM´s die geen geld gaven in Jordanië. De ING bevestigde tevens dat onze kaarten geautoriseerd waren om in het buitenland te pinnen. ´s Middags nog 2 ATM´s geprobeerd en eindelijk bij de Ahli bank kregen we toch nog geld. Een hele opluchting, want je zou maar op de 3e vakantiedag erachter komen dat je pinpas het niet doet. 's Avonds heeft Nuur onze receptionist ons geholpen met het diner. De avond ervoor had Ferry hem kip met rijst zien eten en daar had hij wel trek in. Nuur belde met een restaurant dat 2 deuren verder zat om te vragen of ze ook take away hadden. Helaas, ze hadden alleen buffet. Ja dat kenden we, want de avond ervoor zaten we ook in een tentje en die hadden ook alleen buffet voor 15 JD pp. Uiteindelijk zijn we toen ergens anders beland waar we Egyptische pizza, Fateer, gegeten hebben. Ok, plan B. Nuur zou ons meenemen naar een restaurant waar je vóór half 8 al eten kon afhalen. Nou, volgens ons wist heel Amman dat, want het was een drukte van jewelste en we waren weer een serieuze attractie daar. Maar voor 5 JD kregen we een hele kip mee, met een bak rijst waar je met zijn vieren wel van kon eten. Nadat we verschikkelijk te veel betaald hadden voor 4 sinaasappels in de souk hebben we afscheid van Nuur genomen en onze weg naar het hotel voortgezet.
Naar Petra 1 augustus, 34 graden
04.15 uur: de Imam schreeuwt weer van alles door die toeter. De zon komt op. De Ramadan mag van ons wel over zijn ha,ha. Niet heel veel later moeten we toch opstaan, want we worden om 06.00 uur verwacht bij het Jett-bussation. Gelukkig kregen we snel een taxi te pakken en waren we op tijd bij de bus. De Arabische stiptheid was vandaag aanwezig en met een 1/3 gevulde bus vertrokken we naar Petra via de King's Highway. Het is echt een dorre desert waar je doorheen rijdt. Na 3 uur aangekomen bij het visitor's centre. We besloten naar ons hotel te gaan om bij te komen van de busrit zodat we morgen fris en fit naar Petra konden gaan. Het Rocky Mountain hotel is van Jane, een Nieuw-Zeelandse die kennelijk wel heel erg verdwaald is. Onze kamer heeft het mooiste uitzicht van Jordanie inclusief privé balkon, echt geweldig. Het hotel heeft een bedoeienentent als dakterras. Ferry heeft met zijn blauwe ogen heel lief aan de medewerker gevraagd of hij onze koude kip en rijst op wilde warmen. Tuurlijk, op één voorwaarde: Ferry doet de afwas. No problem. Verder hebben we de dag doorgebracht met luieren, lezen en genieten van het schitterende uitzicht. En het mooiste van alles was dat de koffie en thee gratis was. Blijer kan je Ferry niet maken.
Petra 2 en 3 augustus, 35 graden
Om kwart voor 7 zaten we netjes aan het Jordaanse ontbijt compleet met hummus, lebanese (vergelijkbaar met zure room), zaatar (kruidenmengsel, olijfolie en dadels. Oh ja, er was ook nog brood, maar dat leek meer op een groot uitgevallen shoarmabroodje. Om 8 uur hadden we de pendeldienst van het hotel en liepen we even later Petra in. Beiden vol nieuwsgierigheid, want we hebben er zoveel over gehoord en ook gezien op TV (niet alleen in de Indiana Jones films hoor) en nu zouden we het dan met eigen ogen aanschouwen. Er zijn 2 routes om Petra binnen te lopen, via de Siq (en kloof met 200 meter hoge wanden) of via de Wadi Muthlim route. Die dag kozen we voor de Siq, deze is 1,2 km lang en je loopt zo nu en dan aangenaam in de schaduw. De Siq bracht ons direct voor de Treasury, de bekendste trekpleister van Petra. We hadden geluk dat we er vroeg waren en dat het laagseizoen is, zodat we op sommige plekken foto's konden maken waar geen enkele toerist op staat. Daarna kozen we de hiking trail naar de High place of Sacrifice en vervolgens naar Petra City centre. In de korte tijd dat we binnen waren wilde men ons al op een paard, kameel of ezel hebben. We hebben een ezel gezien die 2 keer uitgleed en bijna door zijn hoeven ging, dus ons wantrouwen werd alleen maar groter. Hup gaan met die kadetten dus. Na een uur klimmen, pauzeren en klimmen kwamen we boven om na een pauze de trail te vervolgen via een met stapeltjes stenen gemarkeerd pad naar beneden. Onderweg hebben we ook weer de nodige bedoeïen van ons afgeschud die ons wat wilden slijten. Er was zelfs een meisje die het pad met haar beentje blokkeerde en voor 1 JD mochten we er voorbij. Eerst Ferry, die 3 keer 'no' moest zeggen en daarna was Wilja aan de beurt. Die was bij de 1e 'No' van Ferry al wanhopig geworden. Ok, de eerste was een duidelijke, kordate 'No'. Blijkbaar een selectief gehoor, want het meisje zei weer ´one dinar´. Wilja´s tweede ´No´ was zo overduidelijk dat het door de kloof galmde en het meisje kreeg op haar donder van moeders. Beneden aangekomen liepen via enkele tombes dwars door de vallei in een drooggevallen rivier, met de zon bovenop je pan en 35 graden. Natuurlijk zagen we hier geen enkele toerist, maar we waren al zo lang onderweg dat we op gegeven moment ons begonnen af te vragen of we wel goed liepen. Uiteindelijk kwamen we bij het museum uit waar ook een restaurant met terras was. De eerste 3 kwartier zijn we niet van het terras afgekomen. Zo moe waren we. Vol goede moed hebben we de klim met 800 treden (we hebben ze niet geteld) gewaagd naar het Monastery. Het grootste uitgehouwen bouwwerk van Petra. Na ontelbare keren gestopt te zijn en zelfs te worden aangemoedigd door andere toeristen, zoals: 'kom op jullie zijn nog fit en jong' en 'nog 20 minuten en dan zijn jullie er'. Maar het was meer dan de moeite waard. Wilja is zelfs nog naar het viewpoint 'the end of the world' gelopen, terwijl Ferry het wel weer gesneden vond en zich in de schaduw plantte. Nu nog terug en dat bleek toch moeilijker en langer dan gedacht. Jane van het hotel zou ons om 5 uur ophalen bij de entree maar dat was voor ons onhaalbaar. Uitgeput zijn we bij een restaurant iets gaan eten en hebben we de taxi naar het hotel genomen. Het was echt een prachtige dag bij een van de zeven wereldwonderen. Even voor de statistieken, we hebben nergens ter wereld op een dag zoveel gedronken. Nu is het 20.45 uur en de kaars is uit.
De volgende dag stonden we weer fris en fruitig om half 7 klaar voor het ontbijt, maar er was nog helemaal niemand. Ook in de lobby was het nog verdacht donker. 'Zouden ze ons vergeten zijn', vroeg Ferry zich af, want die had al wel weer honger gekregen. Gestresst kwam Jane ineens uit haar kamer gerend, 'Sorry, sorry, my alarm didn't go.' en tegelijkertijd maakte ze de staf ook wakker. Met gemeend schuldgevoel maakte ze ontbijt voor ons klaar, terwijl het personeel er zwaar van langs kreeg. Die waren de hele nacht opgebleven, omdat ze mochten eten en drinken. Dan was het toch wel weer zwaar als om half 7 het ontbijt klaar moesten staan. Jane zei dat we ons niet hoefden te haasten voor de drop-off naar Petra van 8 uur, take your time. Die ochtend hebben we de Wadi Muthlim trail gelopen, die natuurlijk door geen enkele andere toerist ook werd gedaan op dat moment. Deze route loopt via een drooggevallen rivierbedding de rotsen in. We moesten veel omhoog klauteren en ons weer naar beneden laten zakken. Op sommige plaatsen was de doorgang nog minder dan een meter breed, maar het was wel een fantastische tocht om te doen. Bij de Royal tombes kwamen we uit, waar Wilja na een korte pauze in haar eentje de Colonnaded street nog bezocht. Ferry was helemaal uitgeteld en was niet meer vooruit te branden. Waarschijnlijk is hij de dag net iets over zijn eigen grenzen gegaan met wandelen en die bleef lekker een uurtje in de schaduw zitten. De bedoeïen geven hun ezels wel aparte namen; 'taxi' of 'ferrari'. 'Hé miss, do you want a taxi/ferrari. It has airconditioning.' Grappenmakers. Daarna hebben we nog een klein uurtje gerelaxed in het hotel, een hapje gegeten om vervolgens om 4 uur bij het busstation te zijn om ons aan te melden voor de bus terug naar Amman. 2 Jappen vonden Ferry zijn vlaggetjes op zijn backpack helemaal geweldig en we raakten gezellig met ze aan de praat. Ook kwamen we de New Yorkse weer tegen, die we op de heenreis al gesproken hadden. Moe en bezweet zijn we om half 9 het hotel in gerold om er vervolgens een goede nacht te maken.
Regeldag 4 augustus, 32 graden
Doordat het Ramadan is, is Ferry erg bezorgd dat hij geen eten krijgt. Het valt namelijk niet mee om iets lekkers te pakken te krijgen. Ook moesten we nog geld hebben, dus zijn we naar de Taj Mall gegaan. Alles zat nog potdicht, vanwege de Ramadan, maar gelukkig deed de ATM van de Ahli Bank het wel. Verder hebben we flink geshopt in de supermarkt. Ze hebben er zelfs Edam kaas en een bruin brood! Jammie. 's Middag hebben we ons online ingecheckt en konden we nog een paar mooie plaatsen in het vliegtuig reserveren. De rest van de dag hebben we onze rugzakken en backpack uitgemest, om er zeker van te zijn dat er geen rare dingen in zitten als we morgen het vliegtuig naar Doha (Qatar) pakken.
Amman Jordanië
29 juli en 30 juli 2012 32 graden
Taxi Van den Bosch heeft ons om half 10 naar Schiphol gebracht. Het vliegtuig van Royal Air Jordanian vertrok stipt op tijd om 12.35 uur. Na een snelle vlucht, in een bijna rechte lijn van Amsterdam naar Amman kwamen we na 4 uur 15 minuten op Queen Alia airport aan. Eerst maar even geld wisselen (die Euro is niet veel meer waard!!). Nederlandse staatsburgers hebben een visum nodig. Voor 20 dinar krijg je een paar stempels en een mooie zegel in je paspoort. Daarna de bus gepakt en werkelijk naar Amman geraced. De buschauffeur had honger en rook de pan van moeders. We kwamen om 19.30 uur aan op het busstation en iedereen zat te hopen dat de Imam met zijn gebed kwam, etenstijd betekent dat. In de taxi naar het hotel werd er nog even wat eten naar binnengegooid. Gratis dadels, water en hele vage yoghurt in onze beleving. Dit laatste rook naar optimeldrink limoen, maar smaakte naar héle zure melk. Goeie genade, direct down the drain.
Na een goede nacht (met oordoppen, want het leek wel alsof de Imam naast je bed stond te bidden) zijn we naar de Citadel 'Jebel al-Qala'a' gegaan. Tip van het hotel neem een taxi voor 1 dinar en loop na het bezoek de berg naar beneden. Het is maar goed dat we dat gedaan hebben, want Amman heeft een stel steile straten.De trucvan vadaag was om een taxichaffeur te vinden die het woord Citadel verstond. Na 2 pogingen toch maar even het arabische woord opgezocht in de Lonely Planet. Tadaa!En we scoorden een taxi voor 1 JD, hoewel de chauffeur bij de bestemming begon te bedelen om nog1 JD extra. Wilja was al uitgestapt en was het ge-emmer van de chauffeur zat. Ze gebaarde dat Ferry ook uit moest stappen. In verhouding was het een kippestukje met de taxi en als je bedenkt dat de bezine hier goedkoper is dan een fles water, dan moeten ze niet zeiken om een dinar. Dus Ferry zei dat hij geen dinar meer had en stapte uit. De citadel is gelegen op een 850 meter hoge berg en is een nederzetting uit de Bronstijd. Toegegeven heb je af en toe wel wat fantasie nodig om te zien hoe het er vroeger uit heeft gezien, maarje hebteen mooie uitzicht over Ammandat gebouwd is op enkele heuvels. 'sMiddags toch maar even siësta gehoudenen voor de rest maar even rustig aan gedaan. Eens zien wat we de komende dagen gaan doen. In ieder geval vertrekken we woensdag naar Petra voor 3 dagen.
Het noorden en het westen
18 oktober naar de Hverfjall krater, -6 graden
's Nachts een echte IJslandse sneeuwstorm. We werden dan ook wakker in een winter wonderland met 15 cm sneeuw. De temperatuur was ook drastisch gezakt naar -6 graden. Wat een geluk dat de nieuwe auto ook stoelverwarming heeft. Na het ontbijt was het tijd voor wat actie. Op advies zijn we een tocht gaan lopen naar de Hverfjall krater, deze route liep langs een grot met warm water. Doordat alles wit van de sneeuw was, wisten we niet zeker of we soms wel goed liepen. Het is hier doodnormaal dat je een stuk land betreedt dat afgelsoten is met een hek. Dat hek is er alleen voor om de schapen binnen het stuk land te houden en je mag gewoon het land op zolang je het hek maar weer dichtdoet. Na een keer verkeerd gelopen te zijn hebben we toch de grot gevonden met het warme water. We konden het al goed zien aan de rotsen, want die waren door de warmte van de rotsen niet besneeuwd. Het bleek dat er meerdere grotten waren die vlak naast elkaar lagen. Voor elke grot had men een bord gezet met een waarschuwing (in het IJslands) waar we uit de plaatjes begrepen dat je geen kaarsen of vuurtje mocht stoken in de grot. Logisch, gezien de gassen die vrijkomen die uit het water naar boven dampen... Daarna zijn we dwars door de lavavelden naar de krater gelopen. Eenmaal bovenop de krater werden we zowat uit onze skibroeken geblazen, maar we hadden wel een schitterend uitzicht over de omgeving. In totaal hebben we er 3,5 uur over gelopen en waren we blij dat we weer in de cottage waren om op te warmen. Die avond hebben we weer in de Cowshed, het restaurant van het guesthouse, gegeten. Dit restaurant hebben ze tegen de koeienschuur aangebouwd en je kunt tijdens het eten kijken hoe de koeien gemolken worden. Wilja kreeg een glaasje melk rechtstreeks van de koe. De Kjötbollur in het restaurant zijn erg aan te raden. We hebben ook nog nagevraagd hoe de toestand op de weg zou zijn de volgende dag. In IJsland hebben ze daar een hele mooie site voor gebouwd. De route naar het westen kan mogelijk glad zijn morgen, dus we zijn gewaarschuwd.
19-20 oktober naar het westen, tussen de -12 en 7 graden
Die ochtend hebben we eerst de bevroren sneeuw van onze auto afgebikt. De IJslanders hebben hier een hele andere standaard van de wegen schoonhouden dan in Nederland. Een groot deel van de wegen was voorzien van bevroren sneeuw. En opnieuw waren we erg blij met onze winterbanden. Zonder al te veel rare dingen kwamen we aan in Varmalid. Omdat we aan de vroege kant waren hebben we eerst Glaumbaer bezocht, waar een 10e eeuws turfboerderij staat. Een beetje hout en 3 meter turfmuur moest het binnen aangenaam warm houden. Daarna gegeten bij het tankstation, want er was immers geen fatsoenlijk restaurant in de buurt!! Die burgers komen onze neus uit zo langzamerhand. De volgende dag was het ruim boven het vriespunt en en konden we aardig goed doorrijden. Na het inchecken in het hotel in Mosfellbaer (vlakbij Reykjavik) zijn we richting de breuk tussen de Europese en Amerikaanse aardschol gereden. Eerst hebben we een pitstop gemaakt bij de Blue Lagoon. Hier kun je zwemmen in 'afvalwater' en het is eigenlijk de grootste toeristisch trekpleister van IJsland. Dit water komt gewoon van de energiecentrales die rondom de plek staan. Doordat het water verrijkt is met allerlei mineralen en verwarmd wordt door de geothermisch activiteit in de grond, krijgt het een blauwe, melkachtige kleur. Het heeft het een geneeskrachtige werking voor de huid. Mensen met psoriasis schijnen hier erg van op te knappen. Na een wandeling rondom het complex zijn we doorgereden naar de aardschollen. Hier in de buurt lag weer een geothermisch veld, dat duidelijk te ruiken was toen we er voorbij reden. Goeie genade wat een doordringende lucht! Helaas helpt het niet om een raam open te zetten, daar wordt het alleen maar erger van. Bij Storá Sandvik (de aardschollen) aangekomen was er verder niemand. Dat hebben we deze vakantie heel veel meegemaakt, het is zoooo rustig in IJsland. Ze hebben een bruggetje tussen de schollen gebouwd, maar waarschijnlijk moeten ze deze na verloop van tijd weer herbouwen. De schollen schuiven ca. 2 cm per jaar verder uit elkaar.
21-22 en 23 oktober Keflavik
's Ochtends zijn we meteen naar Budget Rent A Car gereden om de auto in te leveren. Het is toch altijd even afwachten wat voor truc ze nu weer uit de hoge hoed toveren (of zijn wij nu zo achterdochtig) maar nee, alles goed en we hoefden niets te betalen. Uhhh, op onze reispapieren stond wat anders maar goed, ook prima zo. De fly-bus gepakt naar Keflavik Airport en daar werden we netjes opgehaald door de dame van het Hotel Berg in Keflavik. Langs het hotel zijn we de kliffen opgelopen om daar toch een glimp op te vangen van een Puffin of een walvis maar nee , geen van beide hadden er zin in. 's Avonds heerlijk gegeten in het Druushuus. We kregen van de serveerster een goeie tip mee voor de volgende dag. Zwemmen in het buitenzwembad van Keflavik. 'Ja,ja, dat zal wel', dachten wij maar ze vertelde dat het heerlijk was. Toch de volgende dag maar eens proberen. Eenmaal omgekleed waren de eerste stappen naar buiten nog het ergste met 3 graden op de thermometer. Maar eenmaal in de heerlijke baden met het zonnetje erbij leek het net of je in de tropen lag, nou dit is misschien ook wat overdreven maar de gedachte was leuk. De dag bleef zonnig en wij een rondje gelopen door de leuke straten van Keflavik. 's Middags in het Druushuus nog even naar het plaatselijke museum en daarna weer gegeten in hetzelfde Druushuus. Heerlijke dag gehad. 's Ochtends om 5 uur op, ontbeten en om 6 uur de taxi naar Keflavik Airport. Werkelijk waar, daar zagen we een groep reizigers om 6:45 uur aan de bier en witte wijn zitten. Na 3 uur vliegen zat deze rondreis erop en Sharda stond weer klaar echt top.
Even een paar dingen over IJsland:
- Het land is zooooo stil buiten Reykjavik dat je je echt eenzaam gaat voelen.
- Iedereen betaalt met zijn pinpas, zelfs voor een kauwgombal of een flesje drinken.
- IJsland is aan de prijzige kant maar het viel ons nog reuze mee.
- IJslanders raggen met hun auto, ongeacht de toestand van de weg.
- De prijs kwaliteit-verhouding tussen hotels en guesthouses slaat helemaal nergens op. In westen is deze verhouding stukken beter dan in het oosten.
- De IJslanders zijn stipt!!
- Voor Jan-Kees de Jager: IJsland betaalt je terug met Kerstmis. Dat hebben ze ons beloofd.
Het noorden, incl. het Noorderlicht
15 oktober naar Reydarfjördur, 7 graden
Na 2 dagen in Höfn gebivakkeerd te hebben, was het tijd om verder naar het oosten te rijden. Dit keer was onze bestemming Reydarfjördur. We lieten het gletsjerlandschap achter ons om door het vulkaanlandschap te rijden. Zoals een stel uit Canada ons al vertelde hadden we in een kwartier 2 heel verschillende weersomstandigheden. Van zonnig en vriendelijk naar stormachtig en regen. We hebben nog een rendier voor onze auto gehad die op zijn dooie gemak de weg overstak. Die wil je echt niet op je motorkap hebben, wat een groot beest was dat. Halverwege de route moesten we kiezen tussen de bergweg of de fjordenweg. Omdat de bergweg op de kaart het beste eruit zag, kozen we die weg. Na een korte lunchstop (broodje met tonijn) veranderde de asfaltweg in een gravelroad. What the hell?!! We zagen onze geest al weer dwalen. Met gemopper, gezweet en diepe concentratie wist Ferry ons over de ca. 30 km gravelroad te loodsen, terwijl Wilja duizenden schietgebedjes heeft gemaakt richting de hemel. Was het geld op om door dat deel van de bergpas een asfaltweg neer te leggen? Oh ja, Icesave... Rond 2 uur kwamen we bij het guesthouse aan, dat er zwaar verlaten uit zag en potdicht zat. Ehhhh??? Bij de buren (Leger des Heils) hebben we nagevraagd of het guesthouse wel open was. De man verzekerde ons dat in de loop van de middag er heus iemand zou komen. Dan maar een rondje lopen en na een half uurtje kwamen we weer langs het guesthouse en de man van het Leger des Heils had blijkbaar erg met ons te doen, want hij liep met ons mee naar de voordeur van het guesthouse. Er hing een papiertje voor het raam in het IJslands. Dat bleek een telefoonnummer te zijn en hij belde voor ons het nummer. Om 4 uur zou er iemand in het guesthouse zijn. Dan maar een koppie doen in de plaatselijke cafétaria en nog een rondje doen. Rond half 4 konden we gelukkig onze kamer in. Normaal gesproken was het guesthouse pas om 5 uur ´open´. Vreemd, maar we wel hebben we een ontzetten knusse kamer in dit oude visserhuisje, dat niet te vergelijken is met de kamer van het afgelopen guesthouse.´s Avonds hebben we een happie gedaan en de wedstrijd Chelsea - Everton gekeken in dezelfde cafétaria waar we ´s middags al waren. Het schijnt in dit dorp trouwens doodnormaal te zijn om in je pyjamabroek over straat te gaan. We hebben al diverse variaties gespot, van supersized in het grijs tot roze met rode hartjes.
16 oktober naar Reykjahlid, 0 - 5 graden
Om half 8 hebben we ons eigen ontbijt gemaakt. De dame van het guesthouse vertelde de dag er voor al dat we zelf alles konden pakken wat we wilden. Ze had alles al keurig klaar staan. We waren die nacht de enige slapers in het guesthouse, dus we hadden alle ruimte en tijd. Toen we klaar voor vertrek stonden, kwam de grootste uitdaging weer: Zoek iemand van het guesthouse waar we konden betalen en uitchecken. Helloooo??!! Good morning!! Niks. Wilja is zelfs nog naar buiten gegaan om op het bestelbusje te kloppen. Misschien dat ze daarin sliep. Uiteindelijk heeft ze het nummer gebeld dat op de deur hing en direct ging er in het guesthouse een telefoon over. De dame in kwestie was wakker en kwam even later met een groot slaaphoofd aansloffen. Bij het vorige guesthouse moesten we via een intercom een mannetje charteren. Ook erg merkwaardig. Eenmaal op weg reden we al gauw door het vulkaanlandschap van IJsland dat steeds witter werd. De eerste sneeuw was gevallen en had de weg wit gemaakt. Op sommige plaatsen was het zelfs ijzig en Ferry reed met klamme handjes over de hoogvlakte. Vaart blijven houden en niet remmen. Dit duurde zo'n 30 kilometer en dat is dan toch lang. De omgeving was werkelijk prachtig. En na 2,5 uur rijden vanaf Reydarfjördur zagen we de rook uit de grond komen. We waren aangekomen bij het mooiste geothermische veld van IJsland, Námafjall Hverir. Wat een mooie kleuren en stoomwolken, maar wat kunnen die modderpoelen stinken, echt verschrikkelijk. Zelfs zo erg dat we met onze sjaal voor ons mond een mooie foto van zo'n poel moesten maken. Na deze vulkanisch ontdekking zijn we naar Dimmuborgir gereden. Een lavaveld met torenhoge lavaformaties die hele mooie vormen hebben aangenomen waarvan de Kirja (kerk) toch wel de mooiste is. De wandeltocht zou 1,5 à 2 uur duren maar wij waren binnen 50 minuten weer bij de auto, en nee we hebben niet gerend. Er was nog tijd genoeg dus hebben we nog even het dorp verkend en zijn we naar de Myvatn Baths (Jardbadsholar) gereden. Dit is een warmwaterbron tussen de stomende en stinkende vulkanen. We keken elkaar aan en misschien is dit toch wel leuk voor de komende als er veel sneeuw is voorspeld. Na al deze dingen op naar Guesthouse Vogafoss. Een heel mooie 4-persoonskamer in een houten chalet aan de andere kant van de weg kregen we, ja,ja dit is top! Die avond hebben we de Aurora Borealis gespot! Daar stonden we dan, compleet in skipak naar de hemel te kijken, een schitterend gezicht. Het ene moment is het licht feller dan het andere moment en het kan na 10 minuten ook over zijn met het licht. Die nacht zijn we om half 12 nog een keer uit bed gegaan om te zien of de Aurora Borealis nog te zien was. Het was even goed kijken, maar na een paar minuten kwam hij weer tevoorschijn. Prachtig.
17 oktober omgeving Reykjahlid, 2 graden
Voor vandaag was de weersvoorspelling niet al te best en was het even puzzelen wat we het beste konden doen. Helaas was de weg naar de Viti krater bij de Krafla vulkaan te ijzig om met de Polo omhoog te komen. Ok, plan B; de kraters bij Skútustadir aan het Myvatn meer.Wat een verschil met de dag er voor. We werden zowat uit onze broek geblazen zo hard ging het te keer. Daarna hebben we ons laten opdrogen in het guesthouse. De weersvoorspellingen voor de komende dagen waren erg winters en de grote vraag was of we met deze Polo (en dito zomerbandjes) Reykjavik zouden kunnen bereiken. Toevallig kwam het meisje van het guesthouse langs voor de handdoeken en Ferry vroeg aan haar hoe de weg was richting Varmalid. Het bleek dat we nog enkele passen over moesten. Hmm, dat gingen we dus niet redden met deze Polo. Budget Rent bellen dus. Geen gehoor. Dan maar het reisbureau in NL gebeld en uitgelegd wat de situatie was. Jacco ging het uitzoeken en ons terugbellen. Intussen vonden we een ander nummer van Budget Rent daar namen ze wel op. Op het vliegveld van Akureyri konden we zonder extra kosten de auto inruilen voor eentje mét winterbanden, 100 km verderop. Direct zijn we de auto ingestapt voor de ruilactie en onderweg hebben we het reisbureau geïnformeerd dat we een ruil-deal hadden. Aangekomen op het vliegveld moesten we nog even wachten totdat de dame van Budget Rent gearriveerd was. Ze vond het belachelijk dat ze ons met een auto zonder winterbanden op weg hadden gestuurd. 'Die mensen hebben geen idee hoe het weer hier in noorden kan zijn.' Daar waren wij het volledig mee eens. Terwijl Ferry de auto aftankte, regelde Wilja de verdere administratie. Een Hyundai I30 voor de Polo, ze vond het allemaal best, zolang er maar winterbanden onder de auto zaten. Voor ons zaten hier geen extra kosten aan verbonden en we bedankten de dame hartelijk voor de service. Ons stressniveau was gelukkig al weer wat gedaald en we zijn weer terug naar Reykjahlid gereden. Onderweg hebben we nog een pitstop gemaakt bij de Godafoss en rond 16:00 uur waren we terug in het guesthouse.